De kinderrechten

Het kinderrechtenverdrag

Alle landen ondertekenden het Kinderrechtenverdrag, maar nog niet alle landen ratificeerden het. Ratificeren, dat wil zeggen dat een land een verdrag officieel goedkeurt, zodat het ook een wet wordt in dat land. De Verenigde Staten
is het enige land dat het Kinderrechtenverdrag nog niet ratificeerde. België deed dat in 1992. Alle rechten zijn even belangrijk. Er loopt wel een rode draad door het Verdrag:

  1. Discriminatie is verboden
  2. Elke beslissing moet altijd in het belang van het kind zijn
  3. Minderjarigen hebben het recht om goed te kunnen leven en zich te ontwikkelen
  4. Je eigen mening is belangrijk

In het Verdrag beloven de overheden van alle landen dat ze kinderrechten zullen respecteren en toepassen. De verantwoordelijke ministers en volksvertegenwoordigers moeten in ons land de kinderrechten uit het Verdrag vertalen in eigen wetten en iedereen laten weten wat kinderrechten zijn. Alle volwassenen moeten rekening houden met je belangen en rechten. Dus ook je ouders, de burgemeester, jeugdwerkers, leerkrachten, je huisarts, een politieagent, de rechter, een ambtenaar. Kortom: elke volwassene, altijd en overal. Worden je rechten geschonden en heb je in België alles geprobeerd om dit te verhelpen, dan kan je klacht indienen bij het Comité voor de Rechten van het Kind van de VN.

De internationale rechten van het kind

Recht op anders zijn.
Recht op bescherming als vluchteling.
Recht op bescherming tegen kinderarbeid.
Recht op een naam, nationaliteit en identiteit.
Recht op gezondheidszorg.
Recht op informatie.
Recht op ontspanning en vrije tijd.
Recht op privacy.
Recht op wonen, voeding en kleding.
Recht als dader van een misdrijf.
Recht op bescherming tegen geweld.
Recht op een eigen mening.
Recht op onderwijs.
Recht op zorg, opvoeding en familie.